Weerspreuken
Arie was altijd bezig met het weer, regenmeter standen opschrijven en delen met broers en zwager om te weten waar het nu het meeste had geregend. Al dan niet met de Almanak erbij. Bij de collega's van de plantsoenendienst van gemeente Oud-Beijerland stond hij bekend al de ''Pelleboer''. Hieronder wat spreuken en gezegdes over het weer.
4-1 | Nevel in Januari ontstaan, brengt een natte lente aan. |
9-1 | Regen van acht uren blijft niet duren. |
12-1 | Van sneeuw die op een harde bodem valt, zegt men hij striebelt beddeke voor meer. |
17-1 | Sint Antoon en Sint Sebastiaan gaan met t hardste van de winter aan. |
21-1 | Is Januari zacht, dan krijgen lente en zomer veel groeiende kracht. |
25-1 | Op Sint Paulus regen is voor de boeren geen zegen. |
30-1 | Dooien op Sint Aldegond vult de kelders helemaal rond |
1-2 | Geeft lichtmis zonneschijn t zal later winter zijn. |
5-2 | Water op Sint Agatha is melk in de boterkarn. |
9-2 | Is Februari kil en nat, hij brengt ons koren in het vat. |
13-2 | Geeft Februari klaverblad, Pasen dekt met sneeuw een pad. |
22-2 | Sneeuw op modder, vorst voor drie dagen. |
25-2 | Regen in Sint Walburgs nacht, heeft steeds de kelder vol gebracht. |
2-3 | Een dooi zonder regen of wind, is niet waard dat hij begint. |
5-3 | Vorst op Sint Adriaan, ghiel de maand mee t goe ware gedaan. |
14-3 | De eerste donder bromt, als Sint Mathilde komt. |
15-3 | Een koekoeksroep ter helft Maart, is voor de boer een daalder waard. |
21-3 | De Maartse zon en de Aprilse wind schendt er zo menig schoon koningskind (veel sproeten) |
3-4 | Nooit April zo goed, of hij sneeuwde wel vol Mn hoed. |
9-4 | Onweer baart dikke korenaren. |
17-4 | Broedt de spreeuw vroeg in April, is er een schone Meimaand op til. |
23-4 | ’t Liefste rijdt er langs de wegen Sint Joris in de regen. |
25-4 | Sint Marcus koud, zo ook het Heilig hout. (Kruisdagen/Pasen) |
29-4 | Met Sint Katrien, heeft elk hout wortel. |
3-5 | Meiregen op zaad, is goed op de plaat. |
14-5 | De laatste vriezenman van t jaar is Sint Bonnefaas voorwaar. |
22-5 | Het onweer in de schone Mei, doet t koren bloeien op de hei. |
8-6 | Valt op Sint Medardus regen, ge houd hem in zes weken niet tegen. |
10-6 | Geeft Margriet geen zonneschijn, dan zal het een natte zomer zijn. |
11-6 | Valt op Sint Barnabas veel nat, dan zwemmen de druiven tot in het vat. |
13-6 | Niet te koel, niet te zwoel, niet te nat en niet te droog, Juni vult de schuren hoog. |
16-6 | Een kring om de maan, geeft wind op de baan. |
27-6 | Blaast Juni ook in de noord windhoren, toch schaadt dit niet het winterkoren. |
3-7 | Regenboog in de vroege morgen baart de wakkere boer veel zorgen, regenboog s namiddags laat blijde hij ter ruste gaat. |
10-7 | Als nachts de puten kwaken, de boer moet zijn oogst bewaken. |
20-7 | Op Sint Margriet pikken rijp of niet. |
22-7 | Als Margriet pist in t riet, zes weken boerenverdriet. |
25-7 | Is het helder op Jacobsdag, veel vruchten men verwachten mag. |
31-7 | Als de paarden en het vee hun nek uitstrekken en snuivend ademhalen zal het regenen. |
3-8 | Begin Augustus heet, lang en wit het winterkleed. |
8-8 | Is het heet op Sint Domijn, t zal een strenge winter zijn. |
11-8 | Eieren voor Klaarke, goed weer voor het paarke. |
21-8 | Mist in de zomer is een teken van mooi weer. |
28-8 | Noordenwind in Augustus opgestaan, brengt standvastig weder aan. |
5-9 | Zo het in September dondert, leveren de granen wel honderd. |
8-9 | Het weer van lieve Vrouwe geboord, duurt gaarne zo vier weken voort. |
11-9 | Nu spoed de zomer weer ten eind en de hitte gaat verminderen, toch ook thans genot gehad en kan geen kou nog hinderen. |
18-9 | Trekvogels in Septembernacht, zij maken de kersttijd zacht. |
22-9 | Vertoond zich Mauritius klaar, aan vele stormen verwacht u maar. |
29-9 | Sint Michiel heeft de winter onder zijn kiel. |
3-10 | Worden de bladeren geel en krom, zo zie je naar de kachel om. |
9-10 | Regen met Sint Denijs, een natte winter en weinig ijs. |
15-10 | Trezekes zomer kan vijf dagen duren. |
18-10 | Wie met Sint Lucas rogge zaait, t jaar daarop met genoegen maait. |
22-10 | Oktober met groene blaam, luidt vaak een strenge winter aan. |
30-10 | Veel nevel in de herfst, veel sneeuw in de winter. |
2-11 | Als Allerzielen zacht begint, volgen veel regen en veel wind. |
10-11 | Zuidenwind op de dag vóór Sint Martijn, t zal een zachte winter zijn. |
12-11 | Sint Lieven komt ons met vorst gerieven. |
16-11 | Wie houdt van wind, November mint. |
27-11 | November met zijn regenvlagen, brengt verkoudheid, jicht en andere plagen. |
7-12 | Sint Ambroos patroon van bijen en van spreeuwen houdt van waaien en van sneeuwen. |
11-12 | Zo hoog in de winter de sneeuw, zo hoog in de zomer het gras. |
18-12 | Decemberwind uit het oost brengt de zieken luttele troost. |
24-12 | Zoveel ijzelluchten in de winter, zoveel koren in de oogst. |
25-12 | Een warme Kerstnacht maakt een koude Pasen. |
28-12 | Het weer dat Kinderdag wil, komt terug tot in April. |
Maak jouw eigen website met JouwWeb