Numansdorp – Zondag 23 juni 2019 was het exact 70 jaar geleden dat de inmiddels 91-jarige meneer Knoot en zijn 88-jarige echtgenote mevrouw Knoot-van der Ree elkaar het jawoord gaven. Om stil te staan bij deze bijzondere mijlpaal, bezocht burgemeester Govert Veldhuijzen het jubilerende echtpaar en bracht namens het gemeentebestuur de felicitaties over.
Meneer en mevrouw Knoot hebben altijd in de Hoeksche Waard gewoond. Meneer komt uit Oud-Beijerland en mevrouw uit Numansdorp. Na hun huwelijk heeft het echtpaar een tijd in Heinenoord gewoond. Hier was meneer Knoot na zijn militaire dienst werkzaam op een boerderij. Mevrouw Knoot heeft altijd voor hun 6 kinderen gezorgd. Inmiddels is de familie uitgebreid met 13 kleinkinderen, 8 achterkleinkinderen en zelfs 2 achter-achterkleinkinderen!
Het echtpaar heeft in die 70 jaar een hoop meegemaakt. Zelf reageren ze vrij bescheiden op deze indrukwekkende tijd samen. “Het is zomaar ineens gegaan”, zegt mevrouw Knoot erover. En ze hebben het nog steeds leuk samen, ondanks het feit dat ze er tegenwoordig iets minder op uit trekken vanwege hun verminderde gezondheid. Wel komt de familie regelmatig langs en daar genieten ze dan ook met volle teugen van. “Ze zijn met veel, dus er is altijd wel iemand op bezoek”, aldus mevrouw Knoot
Nog steeds een goede keus na 70 jaar huwelijk
juni 2019,
De een wordt wat vergeetachtig, de ander is slecht ter been. Maar Cor Knoot (91) en Corrie Knoot-van der Ree (88) uit Numansdorp zijn nog steeds samen. Al zeventig jaar. Donderdag 23 juni 1949 trouwden ze. Mevrouw Knoot: „De tijd is voorbijgevlogen.
Pa en moe, zo noemen ze elkaar meestal. „Dat is zo gekomen sinds we kinderen kregen”, legt Knoot uit. En het is zo gebleven.
Moeder Knoot heeft in huis de broek aan, gelooft ze. „Pa was ook weinig thuis, ik deed de opvoeding en het huishouden.” Zij was 18 toen ze trouwden, hij 21. De woningnood was groot, toch kregen ze een huis. Knoot: „Ik kon werk krijgen als boerenknecht op Heinenoord. Die boerderij is nu een museum. Elke boerderij had haar eigen arbeidershuisjes, deze boerderij ook.” Het werk had hij niet van een vreemde. „Ik ben opgegroeid in een boerengezin in Oud-Beijerland. Half vijf eruit, gezicht wassen en maken dat ik in de schuur kwam. Want om vijf uur moest ik de koeien melken.” Als het niet lukte om eruit te komen, zwaaide er wat. „Dan kwam mijn vader naar boven, waar ik sliep. Nou, dan was je gauw beneden. Hij was nogal snel giftig.”
Geen opvolger
Cor was de oudste, maar zijn vader opvolgen deed hij niet. „Dat heeft mijn jongste broer uiteindelijk gedaan.” Corrie: „Toen wij trouwden was pa nog te jong om de boerderij over te nemen.” Bovendien werkte zijn vader nog. Zijn bruid is er nog steeds niet rouwig om. „Ik wilde helemaal niet; ik vond het draaiend houden van een boerderij te veel werk.”
Het knechtschap heeft Cor tot zijn vijftigste volgehouden, bij meerdere boeren. Daarna werkte hij nog zo’n tien jaar bij schokbrekerfabrikant Koni in Oud-Beijerland. Corrie wijdde zich thuis aan het moederschap. „Ik ben er voor onze zes kinderen geweest. Een meisje, vier jongens en weer een meisje. Het was best druk. Ik moest ze allemaal kleden en naar school laten gaan. Ik hoop dat ik het een beetje goed heb gedaan.”
Eenzaam zijn de jubilarissen niet. Naast hun zes kinderen heeft het echtpaar veertien kleinkinderen, elf achterkleinkinderen en twee achterachterkleinkinderen. En allemaal komen ze weleens op bezoek, zo verzekert Knoot. „Toen de kleinkinderen van onze dochter uit Numansdorp nog naar de basisschool hier in de buurt gingen, kwamen ze bijna elke dag even een snoepje halen. Nu zijn ze ouder maar nog steeds steken ze af en toe hun hoofd om de hoek. Tijdens de kerstdagen is iederéén hier nog geweest.”
Tegenwoordig doet haar man wat meer thuis. Cor: „Ik ben nog wat vlugger dan zij.” Zijn vrouw: „Ik heb problemen met mijn rug gekregen. Een tijd heb ik helemaal niet kunnen lopen.” Nu kan ze zich weer een beetje redden met haar rollator. Maar haar man laat eventueel bezoek binnen, bereidt de oploskoffie, en maakt ’s zaterdags en ’s zondags het eten klaar, want dan bezorgt maaltijdservice Tafeltje-dek-je niet. Dat laatste had hij nooit eerder gedaan: zijn vrouw deed het huishouden. Corrie: „Ik heb het hem een beetje voorgedaan.”
Onenigheid
Over de band van hun huwelijk kan het echtpaar moeilijk woorden vinden. Corrie: „Het is altijd goed gegaan.” Zij is een goede keus geweest, knikt haar man. Onenigheid was er heus weleens in de beginjaren, maar nu eigenlijk nooit meer, gelooft hij. „Het loopt goed.”
Om hen heen zijn al heel wat generatiegenoten weggevallen. Het kringetje wordt kleiner. Mevrouw Knoot: „Hij leest veel, met behulp van een verrijdbaar lessenaartje.” ’s Zondagsochtends luisteren ze thuis naar de preek van de plaatselijke gereformeerde kerk. De kerkgang missen ze niet. Knoot: „We lopen steeds minder.” Een ommetje maken kan zij eigenlijk niet meer. Hij nog wel. Als de fysiotherapeut komt, maakt hij met haar een kleine wandeling. „Maar de afstand wordt steeds kleiner. Je moet heel het stuk weer teruglopen ook.” Overigens mag haar man dan wat vlugger zijn; zij is iets scherper van geest. „Hij wordt wat vergeetachtig.”
Afgelopen zaterdag vierden ze hun indrukwekkend lustrum met een feestelijke brunch. Georganiseerd met hun kinderen. „Ik wist er eerst niet van”, lacht Cor. Zijn vrouw: „Ik had al ja gezegd, toen onze kinderen vroegen of we het wilden vieren. Misschien is het ons laatste jubileum. Voor we weer vijf jaar verder zijn, kan er veel gebeuren. We leven bij de dag.”
Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad
Maak jouw eigen website met JouwWeb